Fioretti College Veghel

NN6 mavo 3 H2 Woordenschat 17 okt 22

Mavo 3
Nieuw Nederlands

H2 Woordenschat
Les 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mavo 3
Nieuw Nederlands

H2 Woordenschat
Les 1

Slide 1 - Slide

Lees in je leesboek 

Slide 2 - Slide

Inhoud van de les
Lekker lezen
Nieuwe woorden leren
Uitleg formeel taalgebruik
Zelfstandig aan de slag

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?

Slide 4 - Open question

Wat is de betekenis 
van het woord?

Let op de tijd!

Slide 5 - Slide

aanvankelijk
A
en ook
B
eerst
C
over
D
hierbij

Slide 6 - Quiz

bij dezen
A
en ook
B
eerst
C
over
D
hierbij

Slide 7 - Quiz

alsmede
A
en ook
B
eerst
C
over
D
hierbij

Slide 8 - Quiz

betreffende
A
en ook
B
eerst
C
over
D
hierbij

Slide 9 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Slide 10 - Slide

Ik zal het door de vingers zien,
... je het nooit meer doet.
A
derhalve
B
gelieve
C
hetzij
D
mits

Slide 11 - Quiz

.... uw troep op te ruimen!
A
derhalve
B
gelieve
C
hetzij
D
mits

Slide 12 - Quiz

Ik kom echt naar jullie toe,
... morgen, ... overmorgen
A
derhalve
B
gelieve
C
hetzij
D
mits

Slide 13 - Quiz

Ik ben ziek, ..... kan ik niet naar het sollicitatiegesprek komen.
A
derhalve
B
gelieve
C
hetzij
D
mits

Slide 14 - Quiz

Wat betekent het 
herhaalde woord?

Slide 15 - Slide

Thans is het ogenblik aangebroken waarop je je moet bewijzen.
-> thans <-
A
altijd
B
om
C
ook
D
nu

Slide 16 - Quiz

Hij traint teneinde beter te worden.

-> teneinde <-
A
altijd
B
om
C
ook
D
nu

Slide 17 - Quiz

We gaan te allen tijden door.

-> te allen tijde <-
A
altijd
B
om
C
ook
D
nu

Slide 18 - Quiz

Er gaan tevens vier docenten mee naar Amsterdam.
-> tevens <-
A
altijd
B
om
C
ook
D
nu

Slide 19 - Quiz

Zoek de juiste woorden
bij elkaar.

Slide 20 - Slide

verschaffen
aantreffen
onderbrengen
aangeven
vinden
geven
officieel melden
plaatsen

Slide 21 - Drag question

1. Het vuurwerk wordt in het ... opgeslagen.

2. Op welk ... ga jij nu letten?

3. Dit ... wapens is 
verboden.

4. Hij heeft die iPhone 
niet ... verkregen.
rechtmatig
depot
aspect
type

Slide 22 - Drag question

Formeel taalgebruik

Slide 23 - Slide

Formeel taalgebruik

Slide 24 - Slide

Zelf aan de slag
Maak van blz. 52 en 53:

Opdracht 1 en 2

Slide 25 - Slide